Toe aan nog meer groene content?
-
Japanse duizendknoop bestrijden: zo doe je dat
-
DIY: Ingelegde rode ui maken
-
Alles wat je moet weten over het snoeien van clematis
Rupsen verschuilen zich over het algemeen graag. Velen passen slimme camouflagestrategieën toe, zoals het aannemen van de de vorm van bladeren of takjes. Maar er zijn ook rupsen die juist opvallende kleuren hebben. Wanneer je in de tuin aan het werk bent en goed oplet is de kans groot dat je rupsen tegenkomt. Benieuwd met welke rups jij te maken hebt? Wij leggen je 9 verschillende soorten voor en leren je om ze te herkennen.
In België is een grote verscheidenheid aan soorten rupsen te vinden, er zijn wel meer dan 900 verschillende soorten. Elk met unieke eigenschappen en kenmerken. Het hebben van rupsen in de tuin is van groot belang een goede ecologische balans. Rupsen vormen namelijk een belangrijke schakel in de voedselketen en groeien uit tot prachtige vlinders. We leren graag hoe je verschillende soorten rupsen kunt identificeren, bewonderen en begrijpen.
Bij het identificeren van rupsen is het over het algemeen niet aan te raden om uitsluitend op de kleur af te gaan. Sommige rupsen lijken verdacht veel op elkaar, daarom is het belangrijk om op nog meer kenmerken te letten om vast te stellen welke soort het is. Met onderstaande vragen kom je er snel achter:
Hoe herken je verschillende soorten rupsen? We lichten 9 soorten uit.
De rups van de agaatvlinder is zo'n 40 millimeter en is dik en vrij zacht. De kleur varieert van helder groen tot bruinachtig of rozeachtig bruin. Over de rug loopt een gebroken, witte middenstreep. De rups is het hele jaar aan te treffen en overwintert. De rups komt veel voor in de tuin en zit het lieft op kruidachtige planten, struiken en loofbomen. waaronder zuurbes, brandnetel, braam, hazelaar, berk en eik.
De rups van de buxusmot is zo'n 4 centimeter groot en zit op diverse buxussoorten. In het voorjaar worden ze actief en beginnen ze met het eten van de bladeren. Soms eten ze hele buxussen kaal. De buxusrups is te herkennen aan de groenige kleur met over de lengte van de rups dikke zwarte en dunne witte strepen. Tevens zitten er wit omlijnde zwarte stippen over de gehele lengte van de rups. De rups is een exoot in België waardoor hij jaren lang veel overlast heeft gegeven, gelukkig zijn er steeds meer natuurlijke vijanden.
De rups van de citroenvlinder is zo'n 33 millimeter groot. Het lichaam is groen met fijne zwarte spikkeltjes. De vlinder komt vooral op in zonnige plaatsen in open bos en langs bosranden, maar ook in parken en tuinen. De waardplant van de rups is sporkehout en wegedoorn; maar zit ook graag in jonge struiken op zonnige plaatsen.
De rups van de dagpauwoog is zo'n 42 millimeter en heeft een zwart lichaam met witte spikkels en lange zwarte doorns. De rups komt het meest voor in ruige graslanden, bos- en heidegebieden, parken en tuinen. De rups zit het liefst in brandnetel, dit is dan ook zijn waardplant. De verpopping tot vlinder gebeurt meestal op de brandnetel.
De rups van het klein koolwitje is zo'n 25 millimeter en heeft een groen lichaam dat bedekt is met kortje haartjes en zwarte spikkels. Over de rug loopt een smalle, gele streep. De rups komt voor in tuinen, parken, bloemrijke graslanden en bos- en akkerranden. In het voorjaar worden de eitjes vooral op wilde plantensoorten gelegd, in de zomer op koolplanten in moestuinen. De grotere rupsen eten vooral uit het hart van de koolplant en kunnen daardoor schade veroorzaken.
De rups van de grote beer is zo'n 60 millimeter en heeft een bruin-zwart lichtaam bekleed met lange haren. De rups komt veel voor in duinen, open bossen, vochtige graslanden, rivieroevers, parken en tuinen. De rups zit het liefst op kruidachtige planten, waaronder brandnetel, paardenbloem en zuring. De rupsen van de grote beer zie je soms zeer snel lopen over de grond op zoek naar een plaats om zich te verpoppen. Dat ziet er erg grappig uit.
De rups van de kleine wintervlinder is zo'n 20 millimeter en heeft een blauw-groen lichaam. Over de rug loopt een middenstreep. De rups komt voor in allerlei gebieden met voldoende bomen of struiken, ook in stedelijke omgeving. De waardplant van de rups zijn loofbomen en struiken. De rupsen van de kleine wintervlinder kunnen massaal voorkomen op eiken en fruitbomen en hier flinke schade aanrichten.
De rups van de koninginnenpage is zo'n 41 millimeter en is een stevige rups. Het lichaam is groen met zwarte banden waarin rode vlekken staan. De rups komt voor in kruidenrijke graslanden, moestuinen en moerasgebieden. Waardplant van de rups is peen, dille, pastinaak, maggi en venkel. De rups profiteert flink van de warme zomers en breidt zich de laatste jaren steeds meer uit naar het noorden.
Een eikenprocessierups is zo'n 17 millimeter en herken je aan zijn kenmerkende lange witte haren. De rupsen komen alleen voor in eikenbomen. De rups heeft brandharen die oog- en huidirritaties kunnen veroorzaken. De rupsen gaan ‘s nachts groepsgewijs in processie. Dit houdt in dat ze op zoek gaan naar voedsel: de eikenbladeren. De afgelopen jaren was er veel overlast, gelukkig heeft de rups steeds meer natuurlijke vijanden waardoor er een stuk minder zijn.
Rupsen vervullen een essentiële rol in de tuin en spelen een cruciale rol voor het ecologische evenwicht. Hoewel sommige rupsen als vraatzuchtig bekend staan en planten soms flink kunnen beschadigen, zijn ze een onmisbare voedselbron voor diverse dieren, zoals vogels. Dit maakt rupsen een belangrijk onderdeel van de voedselketen. Bovendien zijn rupsen de larven van vlinders. Zij spelen een onmisbare rol bij het bestuiven van bloemen. Rupsen op je planten zijn daarom helemaal niet erg, zolang ze je planten in de tuin niet te veel schade toebrengen. Het hebben van rupsen in de tuin is niet alleen een teken van een goed functionerend ecosysteem, maar het verrijkt je tuin op een later stadium ook nog met prachtige vlinders.